The jonggidsengames

Dit jaar vonden opnieuw de jaarlijkse hungergames plaats, maar met dit verschil dat de spelmakers deze keer de jonggidsen als tributen uitkozen en er de jonggidsengames van maakten. Van 20 tot 30 juli werd in Lacuisine de arena opgetrokken om daar een hevige strijd uit te vechten. Uiteindelijk zou de enige echte ware Katniss overleven en als opperjonggids aanbeden worden.

Het capitool (de jonggidsenleiding) zorgde er voor dat alle tributen in districten (patrouilles) verdeeld werden. Om de tributen van een gepaste outfit te voorzien, werden de patrouilles steenkap, textiel en landbouw ingedeeld aan de hand van t-shirts met hun bijhorende districtlogo’s. Ook kregen ze elk een vlag die later trots aan de patrouilletenten wapperden.

De training

De eerste dagen van het kamp werden de tributen onderworpen aan stabiliteits- en constructiewerken zoals daar zijnde het opzetten van een eigen patrouilletent om een veilige slaapplaats te hebben, het opzetten van shelters om onder te kunnen keuvelen tijdens het dineren én het maken van kookvuren om de gevangen konijnen, salamanders en vissen op te kunnen grillen. Sluipspelen om het avondmaal te kunnen verdienen en een vermoeiende maar o zo leuke guerrilla had dan weer een effect op het uithoudings- en doorzettingsvermogen van de tributen.

Omdat het capitool besloten had dat er wel nog wat aan de conditie van de tributen kon gewerkt worden, werden ze per district op een driedaagse staptocht gestuurd. Kaartlezen en kompaslezen bleek soms nogal lastiger dan gedacht maar door voldoende pauzes in te lassen kon er opnieuw genoeg moed verzameld worden om verder te stappen. Er werden vele avonturen beleefd waaronder grandioos verkeerd lopen dankzij het ik-zie-een-padsyndroom, een reuze rots beklimmen met een ongelofelijk uitzicht op het kampterrein of gewoon gezellig picknicken langs de oevers van de Semois. De laatste dag van de driedaagse stond een vlottentocht gepland maar aangezien de weergoden daar anders over dachten, stapten we gewoon met de tributen en het capitool samen. Zo “gewoon” bleek deze tocht uiteindelijk niet aangezien menig tribuut geschaafd en verwond het kampterrein bereikte. Gelukkig was er EHBO-wonder leidster Alix met zalfjes, plakkers en verbanden om iedereen terug op te lappen.

Aangezien jonggidsen kooktalenten zijn achter hun eigen fornuis, testte het capitool hun skills in de wilde natuur. Elke patrouille mocht één tribuut afleveren om in de mysterieuze gangen van de Colruyt sluw rond te sluipen en ingrediënten te verzamelen. Hiermee ging de volledige patrouille vervolgens mee aan de slag. Er moesten immers royaal gepresenteerde maaltijden zowel voor het eigen district als voor enkelen van het capitool klaargemaakt worden. Er werd stevig gekokkereld en uiteindelijk liep niemand een voedselvergiftiging op waardoor het capitool kon besluiten dat de tributen meer dan geslaagd zijn voor deze activiteit.

De camouflagetechnieken werden de tributen aangeleerd tijdens ‘the watergames’ gevolgd door het vuil spel. Alle tributen, zelfs diegene die er “allergisch” aan zijn, werden stevig vuil gemaakt. Onder het motto ‘hoe vettiger hoe prettiger’ werden originele vuilmaalspelletjes gespeeld zoals daar zijnde hét eieren-en-broekkousspel. Dit gaat als volgt. Elke tribuut kreeg twee eieren en een broekkous. Nadat de eieren in de voeteinden gestoken werden, moest de broekkous over het hoofd gedragen worden om er daarna andere tributen mee aan te vallen. Dit leverde natuurlijk grappige beelden op.

Des avonds vond meestal een gezellig kampvuur plaats. Muzikale leider Tom haalde dan zijn gitaar boven om het engelengezang van de jonggidsen te begeleiden. Klassiekers zoals Mia, het is een nacht en veel zoveel meer, werden uit volle borst meegezongen maar ook hippe songs zoals Cheerleader en bad blood kwamen aan bod. Wanneer er niet gezongen werd, werd er gezellig gebabbeld over het liefdesleven van leider Isaac, weerwolven gespeeld of gewoon stevig gelachen. Afsluiten deden we uiteraard met het avondlied.

Dé  jonggidsengames

Naar het einde van het kamp toe, was het dan eindelijk tijd voor de langgevreesde strijd. Wie zou alle andere tributen verslaan en als overwinnaar uit het bos komen (in plaats van de bus, snapte?)? De tributen streden eerst per district. Er moest namelijk materiaal zoals bachen, slaapzakken, voedselpakketten (die niet altijd even lekker waren), rollen toiletpapier, bijlen en hamers, lucifers en bekers veroverd worden uit de hoorn des overvloeds, de Cornucopia. Eens elke patrouille voldoende overlevingsmateriaal wist te verdienen, konden de overlevingskampen gebouwd worden. De tributen moesten namelijk 24 uur zien te overleven in de wildernis. Er werden ingenieuze kampen gebouwd die goed werden afgeschermd door valkuilen voor de andere districten.
Hierna werd de opdracht gegeven om een zo goed mogelijke pijl en boog te maken. Het district dat het best raak schoot in de roos verdiende immers naast het hoofdgerecht een superlekker voorgerecht en dessert en zou zo zeker niet omkomen van de honger. Na het avondeten was het tijd voor het avond- en nachtspel waarbij de districten elkaar onderling konden aanvallen om zo elkaars eieren kapot te maken. Wie het meest eieren kon kapotmaken verdiende immers een uitgebreider ontbijt dan de andere districten.
De tributen moesten in het koude en natte bos slapen zoals bij een echte overlife. Om goed te kunnen slapen, hadden ze creatieve oplossingen gevonden, terwijl er steeds een paar van elk district op wacht stonden. Zo werden er kilo’s mos van de ene kant van het bos naar de andere kant versleept om een heerlijk zacht bedje te creëren. Maar… er waren niet genoeg slaapzakken voorzien. Daarom kon, wanneer het o zo genereuze capitool luid floot, per twee de kampplaats verlaten worden om op het kampterrein opdrachten te vervullen die slaapzakken opleverden. Er werden touwen doorgebrand, zoveel mogelijk knackworsten gegeten, lichtbandjes in het bos gezocht en als laatste met iedereen samen bitterballen gegeten. Het was dus zeker geen gewone nacht.
In de voormiddag ging het finale spel door. Er werden heel wat opdrachten uitgevoerd waarbij steeds de zwaksten afvielen. Deze gestorven tributen konden weddenschappen afsluiten om te bepalen wie zou winnen, terwijl de levende tributen verder duelleerden. Er waren fysieke en mentale proeven, moeilijke en makkelijkere proeven, leuke en minder leuke proeven maar uiteindelijk was Phara de triomfator als Katniss en Ester de zegevierder als Peeta.

De belofte en totemisatie

De eerstejaars kregen individueel de opdracht om een tekst te schrijven waarin in verschillende alinea’s aan bod kwam wat hun positieve eigenschappen zijn in de groep, wat de punten zijn waar aan gewerkt kan worden en als laatste hoe ze zich later meer kunnen en willen inzetten voor de scoutsgroep. Deze tekst werd door elke eerstejaar aan de vlag voorgelezen en gezworen. In ruil hiervoor mogen ze vanaf nu onder andere bij het zingen van het beloftelied drie vingers opsteken in plaats van twee.

De totemisatie was een ietwat ander verhaal. Voor veel jonggidsen was het bijwonen van deze ceremonie iets nieuws. Er werd in opperste concentratie geluisterd naar de grote manitou en stevig gebaald wanneer er slokken godendrank moesten gedronken worden terwijl de totemisanten hun opdrachten volbrachten. Uiteindelijk werden de krijgers Ester en Marte beloond met hun totemnamen Chimpansee en Poedel. Nogmaals proficiat!

Het afscheid

De jonggidsenleiding heeft werkelijk waar een superleuk kamp beleefd! Wij willen de fouriers bedanken voor het lekkere eten, Guido voor het bezoek en de bezinning en de jonggidsen voor hun onophoudelijke enthousiasme. Het was werkelijk een kamp om nooit te vergeten (publiek op de achtergrond: ouuuuuuuh)! Er is veel beeldmateriaal terug te vinden in het album ‘Jonggidsenkamp 2015’ als voorsmaakje van de diashow.
Tot volgend jaar!

Dropping & Techniekendag

Op een zonnige avond in de paasvakantie verzamelden negen jonggidsen, gepakt en gezakt, zich aan het scoutslokaal om deel te nemen aan een tweedaagse scouteske activiteit. Een waanzinnige dropping met aansluitend een techniekendag. Aangezien de overgrote meerderheid van de jonggidsen eerstejaars waren, steeg voor het vertrek de spanning over de onwetendheid met de minuut. Wat ze toen nog niet goed beseften, is dat ze een reusachtig avontuur tegemoet gingen!

Dankzij enkele bereidwillige ouders, waarvoor nogmaals onze dank, werden we naar de droppingplaats gevoerd. Kreten zoals ‘Ik weet waar we zijn’ gevolgd door ‘Ah neen, toch niet’ werden in de auto op weg naar de droppingplaats minstens honderd keer geschreeuwd. Dit was redelijk onmogelijk aangezien de leiding een afgelegen plek als startplaats had voorzien omdat er niets zo mysterieus en spannend is om vanaf een onbekende plek te trekken richting eindbestemming. De tocht kon beginnen. Na een ontzettend interessante uitleg over het kompas en kaartlezen, waagden enkele stoere jogi’s zich als eerste aan de verantwoordelijke taak. Maar zonder veel succes want we kwamen uit in een koeienstal. Dan maar even poseren voor de foto en opnieuw proberen. Deze keer met meer succes. Onder het toeziend oog van leider Tom volgden we de (juiste) weg in de wilde natuur. We spotten een pauw, roken de mest van paarden, en stootten op een dood konijn. Ook aan cultuur ontbrak de tocht niet. Zo passeerden we de kapel van Onze-Lieve-Vrouw van de Bevende Hazelaer, een ware legende in de streek. Na het vele zingen en verhalen vertellen kwamen we uiteindelijk, een goede 15 kilometer verder, aan op de eindbestemming. We vulden aan het kampvuur nog onze magen met pudding voor we uitgeput in onze slaapzakken kropen.

De leiding heeft de jonggidsen nog nooit zo enthousiast zien opstaan als de morgen na de dropping. De dag dat de leergierige jonggidsen alles zouden leren om op kamp te overleven, was eindelijk aangebroken. Na een stevig en uitgebreid ontbijt gingen we van slag. In twee kleine groepjes werd aangeleerd hoe je een vuur maakt en hoe je moet sjorren. De termen ‘timmersteek’ , ‘woelen’ en ‘mastworp’ vlogen rond de oren. Rond de middag stond een stevig gesjorde eettafel gedekt klaar en kon de op het vuur gekookte maaltijd geserveerd worden. In de namiddag werd door het volledige team een patrouilletent opgezet en terug afgebroken. Er werd veel gezucht en geblazen toen er beseft werd dat dit eigenlijk wel nog veel werk is. Om af te sluiten werden de jonggidsen in twee groepjes op pad gestuurd voor een korte schattentochtdropping. Kort bleek dit uiteindelijk niet te zijn aangezien geen van beide groepjes de schat heeft kunnen bemachtigen omdat ze grandioos verkeerd gelopen waren. Maar geen zorgen jonggidsen, het zal wel aan de vermoeidheid gelegen hebben.

Gelukkig is er van dit alles ook prachtig beeldmateriaal verzameld, terug te vinden in het fotoalbum ‘Dropping & techniekendag’ onder de tab jonggidsen.

Jonggidsen die niet mee konden op de dropping en techniekendag hoeven niet te vrezen want er volgt nog een techniekenvergadering, waarin alles nog eens aangeleerd en/of herhaald wordt. We willen immers zeker zijn dat àlle jonggidsen klaargestoomd zijn voor het grote kamp.

[print_gllr id=3259 display=short]

11145052_10205532312940356_4932129745834108987_n

Het Talamini-mysterie, of toch nie?

Op zaterdag 21 februari, in het laatste weekend van de krokusvakantie, zouden de jonggidsen het grote Talamini-mysterie oplossen. Ten minste dat was het plan. De leiding wachtte vol ongeduld op vele helpende jogihanden maar rond 14u10 werd duidelijk dat het jonggidsenteam te klein was om het mysterie alleen op te lossen. Met vijf stoere jonggidsen besloten we dan maar het probleem van het Talamini even uit te stellen naar een vergadering met voldoende speurneuzen en er vandaag een dag van te maken die in de dagboeken van de jogi’s terecht zou komen onder de titels ‘Vergadering om nooit te vergeten!’ , ‘Leukste vergadering in de geschiedenis van mijn scoutscarrière’ etc.

Zo gezegd, zo gedaan. We gingen een wandelavontuur aan met Skiboe, de superknappe hond van leidster Femke. Het springen, huppelen, trucjes doen en kaka’s opruimen als echte hondenliefhebbers zorgde op het einde van de tocht voor een grote glimlach op de snoet van Skiboe.
Vervolgens verplaatsten we ons in onze scoutsoutfit naar de gereserveerde bowlingbaan in het chique Sint-Martens-Latem. We kozen gekke namen zoals Kelly, Frederica, Sjalot enzovoort om op het puntenscherm te laten verschijnen. Van het vele armspierenwerk kregen we dorst, maar gelukkig werd ons een drankje van het huis aangeboden. De strikes en spares vlogen ons rond de oren. We waren zelfs zo goed dat het bowlingmachine van onze baan af en toe blokkeerde. Ook de leiding deed mee, maar helaas werden we verslaan door onze eigen jogi’s. Daar gaat onze toekomst als professionele bowlingsterren.
Omdat we hierna nog geen vier-uurtje gegeten hadden, trokken we op weg naar huis samen naar de winkel om pannenkoeken te kopen. Eens terug aangekomen op de scouts, warmden we ze op een originele en scouteske manier op, namelijk op de zijkant van de warme chauffage. Smullen!

983856_925426097476982_9051246309215327631_n

Are you the one?

De vergadering van zaterdag 1 november is er eentje om nooit te vergeten. Op deze memorabele dag vond een samenkomst tussen de jonggidsen en jongverkenners plaats. En niet zomaar een samenkomst, maar één met als doel elke jonggiver een beetje gelukkiger en verliefder huiswaarts te laten keren. Het was namelijk de bedoeling om vóór het einde van de vergadering je perfecte match, al dan niet van het andere geslacht, te vinden en zo als gematcht koppel een positief antwoord te krijgen op de vraag ‘Are you the one?

Elke jonggiver vulde in het begin van de vergadering een vragenlijst met uiterst serieuze levensvragen in. Op basis van de antwoorden werd door een wetenschappelijk team liefdesprofessoren (lees: de leiding) koppeltjes gevormd. Zoals eerder duidelijk gemaakt, was het de bedoeling om met de volledige groep alle matchen te vinden. Maar daarvoor moest eerst grondig getraind worden. De meisjes maakten zich mooi op, deden een fameuze giechelsessie en oefenden stevig op hun meest sexy flirtmoves terwijl de jongens openingszinnen memoriseerden en hun stoerste blik, beter gekend als dé blue steal, uit de kast haalden.

Na deze bijzonder nuttige lessen kon het spel pas écht beginnen. Door per twee verschillende opdrachten uit te voeren konden tips over de perfecte match verkregen worden. Een scene uit een bekende liefdesfilm naspelen, cocktailsaus maken, een parcours als paard en ruiter afleggen, het is maar een greep uit het aanbod van de liefdesopdrachten. Aan het einde van elke opdracht werd steeds bekend gemaakt hoeveel perfecte matchen zich voor de liefdesprofessoren bevonden. Door af en toe van partner te wisselen en hun harten te volgen, vond elke jonggids haar droomprins en elke jongverkenner zijn wonderbaarlijke prinses. Eind goed al goed!

Gelukkig is er van dit alles ook prachtig beeldmateriaal verzameld, terug te vinden in het fotoalbum Are you the one? onder de tab jonggidsen.

10689763_10203650645399452_757302270997407350_n